zondag 17 maart 2024

Geest

Men vertelde verhalen; mensen
meenden haar ooit te hebben herkend
of wisten dat van anderen,
maar toen hun woorden doofden
werd zij geleden pijn,
als door tijd gesneden scheuren
in eeuw-oud perkament

Als ingebeeld, vervaagde ze,
werd glasgordijn. Waar zij had geleefd
hing bittere lucht van verlatenheid en eenzaam betrachten
om ongebonden gelukkig zijn.

In haar eigen heugenis
sprak zij met zichzelf over mij,
als uit vorig of volgend bestaan gewaar.
Ze dwaalde.
Bleef blind.
Wij waren in dit leven al geesten voor elkaar.

 

vrijdag 15 maart 2024

Mooi

Breng je wat mooie woorden mee? vroeg ze.

Dus opende ik mijn tas en nam wat
zeemzoete zomer mee
en een sloddervos en knuffelbeer
en snuffelen en bloesem
en wijnrank en ook ganzenveer.

Zonderlinge dingen, buitenbeentjes, zoals
buienradar of catechesestempelkaart.
Opvullen met koddige kleintjes: jij, wij,
mama, papa en ook een stukje smurfentaart.

Bij het woord bodemloos bedacht ik pas,
als spiegelglas voor spiegelglas,
dat mijn mooiewoordentas
ook zelf
een mooi nieuw woordje was.

donderdag 14 maart 2024

Scharlaken

Scharlaken is haar lust
die zich hult in avondvallen, als een mantel
die haar naakte schouders tooit,
zij omhelst haar woorden nooit.

Scharlaken, haar blik, woordenloos
mijn boude belaste geweten bloost
als ik in haar zijdedradenweb verglijd
in kleur van rode rozen.

Scharlaken, de slag
in twee harten gesmeed
wanneer wij in schemering verdwijnen  
de ochtend is ons boetekleed.